- Beschrijving
nieuwigheid | |
nieuwigheid | Nieuw artikel, momenteel nog niet beschikbaar. Combineer dit artikel a.u.b. niet met beschikbare artikelen in dezelfde winkelwagen! |
Marke | |
Lenz | |
product | |
Diesellocomotieven | |
Technologie & Model Informatie | |
speciale functies | Veerbuffer |
bedrijfsnummer | 212 374-3 |
binnenverlichting | bestuurderscabine |
interieur | bestuurderscabine |
schaal | 1:45 |
koppelingen | Lenz digitale koppeling |
Lengte | 273 |
licht | 3-lichtpieksignaal & 2 achterlichten, veranderende rijrichting |
Beperkte producten en exclusieve edities | x |
motor | ja |
vliegwiel | ja |
spoor | Spoor O |
Current | Gelijkstroom |
Leeftijd informatie | niet geschikt onder de 14 jaar |
Digital & Geluid | |
Digitaal & Geluid ex fabriek | |
land | |
Duitsland | DB |
era | |
tijdperk IV |
Bij gebruik met Lenz-Digital zijn bovendien de volgende functies beschikbaar: lastregeling met bijzonder goede langzaam rijeigenschappen, instelbare optrek- en remvertraging, USP - ononderbroken signaalverwerking, ABC - automatische remaansturing, RailCom - bidirectionele communicatie, op afstand bediende koppeling , op afstand bedienbaar origineel geluid, afzonderlijk schakelbare koplampen voor en achter, schakelbare cabineverlichting, schakelbaar achterlicht.
Voorbeeld: Als verdere ontwikkeling van de in 1952 gebouwde V 80 werden in 1958 de eerste 5 zeer succesvolle proeflocomotieven van de serie V 100 door MaK gebouwd voor de multifunctionele inzet. In 1961/62 werden nog eens 36 voorserie locomotieven geleverd. Daarna werden, ook van andere fabrikanten, in totaal 364 locomotieven met een motor van 1.100 pk en een maximumsnelheid van 90 km/u gebouwd - de latere serie 211.
Voor secundaire lijnen was het vermogen van de BR 211 (V 100.10) met 1.100 pk voldoende, maar voor lijnen met hellingen en op hoofdlijnen was een hoger motorvermogen vereist. Er was al een Daimler 12 cilinder in een proeflocomotief (V 100 006), op basis hiervan kreeg de V 100.20 (later omgedoopt tot BR 212) aanvankelijk motoren van Daimler met 1.350 pk. Later werden enkele van de 12 cilinders door MAN geleverd, het merendeel kreeg de Daimler diesels als licentiebouw van Maybach.
Van de in totaal 381 gebouwde locomotieven werden er in het midden van de jaren 1960 tien uitgerust voor de steillijndienst en ingedeeld als V 100 2332 t/m 2341, de latere BR 213. Deze locomotieven kregen bijvoorbeeld een hydrodynamische rem en een extra tandwielolie-warmtewisselaar, waardoor de hulpdiesel werd vervangen door een acculader met een externe stroomvoorziening. Sommige van deze BR 213's vervingen de BR 94.5 van de Rennsteigbahn, waar ze nu nog steeds in dienst zijn.
Nadat alle locomotieven van deze serie in 2005 buiten dienst waren gesteld, zijn enkele modellen nu na herstel weer in dienst: als bouwlocomotieven en op museum- en particuliere spoorwegen.
Maar ook vóór de ontwikkeling van dit digitale besturingssysteem had Lenz al mijlpalen gezet voor de modelspoorliefhebber, bijvoorbeeld met de "REPA Lok-Aus" en de legendarische "Teichmann controller". Lenz is voortdurend bezig om de bezigheid met modelspoorbanen interessanter, afwisselender, maar ook gemakkelijker te maken: USP zorgt voor een ononderbroken datatransmissie naar de decoder, zelfs als de stroom van het spoor wordt onderbroken, ABC zorgt voor nauwkeurig stoppen voor seinen, RailCom levert informatie van de locomotief terug naar het digitale systeem.
Lenz's intrede in 0-spoor is niet alleen goed ontvangen door "veteraan" nulspoor enthousiastelingen, maar heeft ook tal van modelspoor liefhebbers geïnspireerd om in te stappen in/met dit geweldige spoor. Lenz breidt ook hier zijn programma voortdurend uit, maar hecht nog steeds veel belang aan de grootst mogelijke trouw aan het prototype, buitengewone techniek en hoge kwaliteitsnormen.