stoomlocomotief BR 038 DB mfx Sound

Artikelnr.:  Trix-T22895
stoomlocomotief BR 038 DB mfx Sound - Afbeelding 1
stoomlocomotief BR 038 DB mfx Sound - Afbeelding 2
stoomlocomotief BR 038 DB mfx Sound - Afbeelding 1stoomlocomotief BR 038 DB mfx Sound - Afbeelding 2
voormalige Vrijblijvende adviesprijs 2) : 499,00 (incl. Btw)
Zo bespaart u bij ons:10 %49,91
449,09
incl. Btw en excl. verzendkosten
niet geschikt onder de 14 jaar
Totale prijs: {{ totalPrice }}
stuk
momenteel niet leverbaar
Dit artikel markeren Artikel wordt genoteerd
Beschikbaarheid: (Levertijd: )
  • Beschrijving
Marke
Trix
spoor
HO spoor 16,5mm
Current
DC
product
Stoomlocomotieven
Technologie & Model Informatie
speciale functies Feuerflackern digital schaltbar
bedrijfsnummer 038 382
Tractiebanden ja
binnenverlichting Führerstand
interieur Führerstand
koppelingen NEM 362 Kupplungsaufnahme, KKK, Märklin Kurzkupplungen
lengte (mm) 213
licht 3-Licht Spitzensignal, mit Fahrtrichtung wechselnd
schaal 1:87
met motor ja
rookgenerator nachrüstbar
vliegwiel ja
Leeftijd informatie nicht geeignet unter 14 Jahren
Digital & Geluid
Digitaal & Geluid ex fabriek
land
Duitsland DB
era
tijdperk IV (1965-1990)

Model: Schaal HO DC. Met digitale decoder en uitgebreide geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogenaandrijving met vliegwiel in de ketel. Drie assen aangedreven. tractie banden. Locomotief en tender grotendeels van metaal. Met de rijrichting wisselend driepuntsfrontsein, conventioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Rookgarnituurcontact conventioneel in bedrijf en digitaal schakelbaar. Opstelling voor rookunit 72270. Vuurflikkering digitaal schakelbaar. Bovendien is de cabineverlichting digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsvrije, warmwitte lichtdioden (LED). Minimale berijdbare radius is 360 mm. Zuigerstangbeschermbuizen, remslangen en schroefkoppelingen worden meegeleverd.

Voorbeeld: Stoomlocomotief serie 038 van de Deutsche Bundesbahn (DB) met tender. Voormalig Pruisische P8. Uitvoering met driepuntsfrontsein, twee ketelopbouwen, bel, normale Pruisische bestuurderscabine, Witte-windleiplaten, kolenbakbevestiging en Indusi. Bedrijfsnummer 038 382-8. Werkende staat rond 1970/71.

Als voorlaatste "Mohican" van de ooit talrijke stoomlocomotieven van de serie 38.10-40 (ex Pruisische P 8) bij de DB moest de 038 382 (tot 1968: 38 2383) op 29 april 1974 de dienst verlaten. Een scheur in de lange ketel zette haar kort voor de deadline in juli buiten werking. Met haar twee zussen (038 771 en 772) was ze vanaf begin juli 1973 gestationeerd op het Rottweil-depot en vervoerde ze passagierstreinen in het Zwarte Woud en de Neckar-vallei. Na de ontmanteling vond hij een waardige plaats in het Duitse stoomlocomotiefmuseum in Neuenmarkt-Wirsberg, nu weer onder het oude nummer 38 2383. De P 8 had zich ontwikkeld tot een van de meest succesvolle Pruisische locomotiefontwerpen ooit. In 1923 waren er meer dan 3.500 van de bijna 1.200 pk sterke machines vervaardigd voor alleen de Duitse spoorwegadministraties, en bijna alle Duitse locomotieffabrieken waren bij de bouw betrokken. Iets meer dan 1.200 locomotieven kwamen na de Tweede Wereldoorlog bij de Deutsche Bundesbahn terecht. Pas aan het eind van de jaren vijftig begonnen de voorraden merkbaar te slinken.
Die wechselvolle Geschichte von Trix spiegelt auch ein Stück Wirtschaftsgeschichte in Deutschland wider. Zusammenschlüsse und Übernahmen brachten immer wieder neue Besitzverhältnisse und Produktschwerpunkte. Dennoch kamen aus dem Hause Trix Entwicklungen, die zu den Meilensteinen der Modelleisenbahn zählten.
Ursprung war die 1838 gegründete Firma J. Hafner, danach die Vereinigten Spielwarenfabriken Andreas Förtner und J. Hafners Nachf. AG, die anfangs Zinnfiguren und dann auch Blechspielwaren produzierte. Zu den späteren Besitzern gehörte unter anderem Stephan Bing, der 1928 das Wissen für die Modelleisenbahn einbrachte.
Nach ersten antriebslosen Rollmodellen im Maßstab 1:180 kam 1964 Minitrix auf den Markt, die elektrische Modellbahn für die Spur N. Im gleichen Jahr erschien auch Trix International, das Zweileiter-Gleichstromsystem nach NEM. Die Trix Express-Modelle wurden nun parallel auch für International angeboten. Schon 1973 kam mit Trix e.m.s. die elektronische Mehrzugsteuerung. Trix e.m.s. verdoppelte die Möglichkeiten, Züge individuell zu steuern - beispielsweise konnten bei Trix Express mit Oberleitung sechs Lokomotiven unabhängig voneinander fahren.
1983 begann mit Selectrix das digitale Zeitalter. Die Vielzugsteuerung mit Mikroprozessor-Elektronik ist normkompatibel und läßt sich auch für andere Spurweiten und Marken einsetzen. Selectrix löste schließlich das e.m.s.-System ab.
Die Odyssee der Eigentumsverhältnisse fand ihr gutes Ende, als Trix 1997 von Märklin übernommen und Tochtergesellschaft der Märklin Holding wurde. Der Zusammenschluss der beiden Traditionshersteller verspricht eine kontinuierliche weitere Entwicklung, bei der Trix alle Vorteile und Kompetenz für Gleichstrombahnen in N und H0 umsetzen kann.
Das aktuelle Sortiment umfasst die Produktmarken Minitrix, Trix H0 (ehemals International), Express und Selectrix. Bereits seit 1978 kooperiert Trix mit Märklin bei Projekten wie zum Beispiel dem König-Ludwig-Zug und dem Kaiserzug Wilhelm II.
Gewiefte Modellbahner erkennen ein Trix-Modell, ohne auf die Marke zu schauen. "Typisch Trix" heißt es dann, was in der Regel als Kompliment gemeint ist. Tatsächlich hat die Marke ein Image, das für N und H0 gleichermaßen gilt und sich durch Epochentreue, liebevolle Detaillierung und lupenreine Bedruckungen auszeichnet.
Als Nürnberger Unternehmen haben wir uns besonders der barocken Pracht der Länderbahnen, speziell derjenigen Bayerns, angenommen. Dabei beschränken wir uns nicht etwa auf einige Parademodelle. Wer seine Anlage einer bestimmten Zeit widmet, kann komplette Reise- und Güterzüge epochengetreu zusammenstellen. Vom Glaskasten bis zur eleganten S 2/5 stehen geeignete Lokomotiven zur Auswahl.